Jaap Huisman is journalist/publicist met als specialisme architectuur, ruimtelijke ordening en design. Hij heeft 30 boeken op zijn naam staan en schrijft momenteel in Het Parool.

Sluishuis is de ultieme selfiearchitectuur

 Na jaren virtueel te hebben bestaan op de tekentafel en kaarten is Sluishuis tot leven gekomen: een niet te missen complex bij de ingang van IJburg. Dit is het nieuwe icoon van de stad. Ontworpen door BIG (Bjarke Ingelse Group), het hipste Deense bureau van dit moment. Barcode uit Rotterdam claimt het gros van het gebouw te hebben ontworpen,

 

  Toen de gemeente in 2016 een tender uitschreef voor Sluishuis bij de ingang van IJburg was niet winstmaximalisatie het doel maar een kwalitatief hoogstaand gebouw. Iets bijzonders, iets dat op je netvlies blijft branden. Op de eerste kaarten van IJburg stond deze kubus al getekend, als een donderwolk aan de horizon. Veel verder dan een vierkant kwamen de ontwerpers lange tijd niet. Het Sluishuis bleef een utopie, een wensdroom.

 Totdat het Deense architectenbureau BIG en de Nederlandse counterpart Barcode met het ei van Columbus kwamen: een opengewerkte kubus. Daardoor is het vierkant minder monolitisch. Ze wonnen er de tender mee. Alleen: hoe viel dit constructief te verwezenlijken? Bij VORM, de bouw- en ontwikkelingsmaatschappij kwam een medewerker op het lumineuze idee om de ruggengraat van een dinosaurus als inspiratiebron te gebruiken. Door zijn langgerekte rug was de dino in staat zijn kop op te richten.

 De kern van het Sluishuis van BIG/Barcode is namelijk een dubbele cantilever, een ver uitstekend bouwdeel dat zijn versteviging vindt in extreem lange betonnen heipalen die verzonken zijn in de bodem van het IJmeer. De dubbele cantilevers vinden elkaar in de hoek waardoor er een soort haaienbek ontstaat. Nog zo’n knap staaltje: Sluishuis staat op een kunstmatig eiland met de poten onzichtbaar in het water. En tussen die poten is ook nog eens een parkeergarage geperst.

 Er was alle reden om bij de oplevering een feestje te vieren met de aannemer, de ontwikkelaar en de architecten omdat Sluishuis er staat. En hoe: te schitteren en te flonkeren in de zomerzon dankzij een gevelbekleding met aluminium platen. Niet alleen constructief is er waaghalzerij gepleegd, ook esthetisch is er een topprestatie geleverd. In het jargon van deze tijd wordt dan het begrip iconisch uit de kast gehaald, inmiddels zo leeg en plat als een schoenzool. Iconisch is bovendien beladen omdat het staat voor een soort architectuur waarin het alleen zou gaan om de vorm en de buitenkant. Bij het streven naar circulariteit en duurzaamheid is een icoon domweg verdacht. Sluishuis is daarentegen een voorbeeld van opperste energieneutraliteit met warmte-koude-opslag, warmtepompen, led-verlichting en 2200 vierkante meter zonnepanelen. Russen buiten spel.  

 De bouwers haalden bij de presentatie symbolische gebouwen als de Eiffeltoren en de Arc de Triomphe aan. Daarmee draafden ze natuurlijk wel door. Maar helemaal ongelijk hebben ze niet. Sluishuis heeft het in zich om de nieuwste selfie-attractie te worden, the place you have to visit in Nederland. Dat komt door de cantilever, de twee overhellende vleugels die elkaar raken boven het water, maar ook door het grafisch patroon van de balkons in een strak ritme over de gevel. Een zorg: zodra een bewoners daar zijn hangmat of ligstoel parkeert vergruizelt het beeld. Enkele balkons zijn nu al op een studentikoze manier ingericht. Het zou me niet verbazen als de gebruikers contracten hierover hebben getekend.

 Heeft een icoon ook inhoud? Dat verrast. De appartementen zijn niet alleen betaalbaar – 1350 voor 80 vierkante meter – maar ook goed ingedeeld. Een royale badkamer en een dito berging waar de warmtepomp moeiteloos is ondergebracht: kom daar eens om in de gemiddelde nieuwbouw. Dat men overal een overrompelend uitzicht heeft, over Durgerdam, IJburg zelf of de Rembrandttoren in de verte, is nog niet eens verrassend. Dat kun je verwachten in dit horizonminnende deel van Amsterdam.

 En nog is het niet klaar. Twee trappen leiden van de begane grond naar de tiende etage waar ze een omloop bereiken die als een moderne en open kloostergang rond de kubus ligt. Die trappen en omloop zijn openbare ruimte, dus dat wordt nog wat met al die architectuurtoeristen (die dan wel over een uitstekende conditie moeten beschikken). Aan weerszijden van de trap liggen de terrassen afgebakend met red cedar. Houten bloembakken en de trap zelf waar het beton zo gefreesd is dat strips overbodig zijn: het zijn dit soort details die Sluishuis meer maakt dan de som der delen.

 De insteekhaven is bedoeld voor bewoners die enkel willen aanmeren om zichzelf en hun gasten af te zetten. Aan de vlonders voor het complex komen binnenkort woonschepen te liggen. Dat zou je jammer kunnen vinden, omdat Sluishuis zoveel divaneigingen heeft dat het liefst in zijn eentje staat te schitteren. Een Eiffeltoren heeft immers ook geen omstanders.

 Maar goed: IJburg heeft na twintig jaar eindelijk de markante entree waarop het stond te wachten. En de Sluishuisbewoners moeten hopen dat het niet dringen wordt op de trappen en het binnenterrein met haven.  

 

Een buitenbeentje in Buitenveldert

360 Graden in Buiksloterham