Jaap Huisman is journalist/publicist met als specialisme architectuur, ruimtelijke ordening en design. Hij heeft 30 boeken op zijn naam staan en schrijft momenteel in Het Parool.

Een woonblok om vrolijk van te worden

Memphis is terug. In het interieur van het complex Domus Houthavens wemelt het van kleuren en prints; het is een contrast met het industriële karakter van de negen torens. Van de recente complexen met deelvoorzieningen is dit wel het beste.

 

 Lichtblauwe keukens, donkergroene boekenkasten,  geglazuurde groene tegels (met witte voeg), en rood laminaat met een gefingeerde  houtnerf: Memphis is terug en hoe. De postmoderne golf die 35 jaar over Nederland spoelde, leek al bijna vergeten maar is bij Domus Houthavens bepalend voor de interieurs. Het is een ode aan kleur en print, een bonte kermis die je op slag blij maakt. Voor wie het niet (meer) weet: het Groninger Museum van Alessandro Mendini is een hoogtepunt van deze postmoderne stroming.

 

 De interieurs van 235 micro-appartementen en studio’s aan de Houthavenweg vormen een contrast met het stoere, enigszins industriële exterieur. Robuust is de familie van negen gebouwen, ieder voor zich gestoken in een eigen kleur baksteen, warmgeel, roestbruin, grijswit en gespikkeld. He he,  Domus is een welkome afwijking van het tuttige karakter van Houthavens waar het meeste in teken staat van parodie of pastiche op de Amsterdamse School. Domus hint meer op de architectuur van de havens.

 Shift Architecture and Urbanism en ontwikkelaar Synchroon hebben een complex geplant dat bestaat uit torens van verschillende hoogtes. Vanaf 2014 is er gesleuteld, geknutseld aan Domus vanuit de gedachte dat je tiny houses ook kunt stapelen. Los en vrij staand nemen ze immers veel ruimte in. De huurders hebben de beschikking over gemeenschappelijke faciliteiten zoals een grote huiskamer annex werkplek, een wasserette, een kookstudio met dakterras, een logeerkamer, een kinderdagverblijf, een parkeergarage voor deelauto’s en in de toekomst een café. Huur begint bij 1400 euro, de kleinste studio meet 43 vierkante meter, de grootste zit op 63 vierkante meter. Centrale plek is een riante binnentuin met hoogteverschillen van Flux Landschapsarchitecten. Dat het platte dak vol staat met zonnepanelen is vaste prik geworden in de architectuur van nu.

 Het appartement van 43 vierkante meter valt op door het inventieve ruimtegebruik. Kasten reiken tot aan het plafond, achter de toiletpot bevindt zich de installaties en de woonkamer kan ’s avonds in een handomdraai worden veranderd in een slaapkamer want het tweepersoonsbed bevindt zich in een bedstee. Lekker knus maar voor lange mensen misschien wat benauwd. Een tot de grond reikend venster – uitzicht op de Minervahaven – werkt mee aan de ruimtelijkheid. Waar je ook staat of loopt in Domus, overal gluurt Amsterdam binnen.  

Het concept van grote woongebouwen met gedeelde faciliteiten is een beproefde formule deze jaren. Maar in feite komt het ook voor in de bouwgeschiedenis van Amsterdam. Het Nieuwe Huis aan het Roelof Hartplein kende al een centrale keuken en aparte kamers, en zo zijn er meer voorbeelden: Huize Lydia aan hetzelfde plein en de Westereindflat van Jan Rietveld in Slotermeer. The Student Hotel aan de Wibautstraat, Our Domain bij het AMC, Karsp bij het Hondsrugpark, Lieven bij het Delflandplein, het wemelt van complexen waar bewoners vanuit hun micro-appartement kunnen uitwijken naar een gemeenschappelijke ruimte. Het is de manier waarop alleenstaanden, gescheiden mensen of ouderen toch kunnen wonen in een stad die qua wonen in feite op slot zit. Delen is daarop het antwoord met als achterliggende gedachte dat zo eenzaamheid bestreden kan worden.

 Of het werkt? De huiskamer vult zich met bewoners die er op hun laptops werken en misschien een iets te luidruchtige online conversatie voeren. Het is dus niet alleen delen maar ook kiezen. De architectuur van Shift is dienstbaar aan het concept, niet direct overrompelend maar wel doeltreffend en aaibaar: de kleurrijke baksteen zet zich door in de trappenhuizen en de ruime gangen zijn bekleed met gladgestreken beton. Er is altijd en overal wel een raam dat uitkijkt over haven en Spaarndammerbuurt.

 Van deze complexen met deelvoorzieningen is Domus beslist het sympathiekst en vooral zorgvuldig uitgevoerd. Je krijgt zin om er te wonen. Wat beter had gekund is de oriëntatie. Er zijn vier ingangen en negen torens. Bezoekers van de bewoners zullen de grootste moeite hebben hun weg te vinden – en hier en daar (bijvoorbeeld bij de brug over de binnentuin) zal men hoogtevrees moeten overwinnen. Maar uiteindelijk is de bestemming bereikt (valt te hopen).

 

   

Van achterbuurt naar nieuwe chic

Pillows vergroot Oosterpark