Jaap Huisman is journalist/publicist met als specialisme architectuur, ruimtelijke ordening en design. Hij heeft 30 boeken op zijn naam staan en schrijft momenteel in Het Parool.

Een volwassen stationsplein in Noord

Europese stations zijn vernoemd in de straten rondom station Amsterdam-Noord en zo heet een deel Termini (station van Rome). Hier is het complex Paddington opgeleverd, nee niet vernoemd naar de beer, dat een monumentale wand vormt voor het stationsplein.

 

 

Wat is een gedroomd stationsplein? Niet dat bij Bijlmer Arena (een naargeestige vlakte), en zeker niet dat bij station Sloterdijk (een ratjetoe). Zelfs Amsterdam Amstel is nog zoekende naar een aangename en verwelkomende buiten-entree. Verrassend genoeg lijkt station Noord aan de Noord-Zuidlijn nu in de buurt te komen van een geslaagde openbare ruimte, verrassend omdat de omgeving van het Buikslotermeerplein lange tijd bekend stond als desolaat, rauw en bruut. De komst van de metro heeft de wereld op zijn kop gezet. Dit deel van Noord is als een schone slaapster die uit haar slaap is gewekt.

 Hoewel het plantsoen met de fontein vertraagd is – omdat de gewenste klinkers niet op tijd geleverd konden worden – zien de artist’s impressions er veelbelovend uit: een soort klaverblad met verhoogde plantenbakken. Groen is in deze buurt sowieso een fel begeerde toevoeging.

 Maar een plein staat of valt met interessante architectuur rondom. En die is er. Twee jaar geleden werd de toren Pulse van Benthem Crouwel Architecten opgeleverd en nu is Paddington klaar, een middelhoog blok aan de zuidkant met twee torens als bekroning. LEVS Architecten tekenden voor dit complex middel dure huur met woningen tussen de 50 en 75 vierkante meter. Ineens staat het stadskantoor van Noord er niet meer verloren en geïsoleerd bij. Het gebouw is opgenomen in het plein.

 Stedenbouwkundige Sjoerd Soeters werd al meer dan tien jaar geleden gevraagd om een plan voor het gebied nadat hij met succes het stadshart van Zaandam had opgekalefaterd. Het duurde lang, de ene na de andere bestuurder volgde elkaar op en dus gooide Soeters het bijltje er bij neer, de erfenis overlatend aan zijn vroegere compagnon Jos van Eldonk. Waarschijnlijk is de kern van diens plan te langen leste uitgevoerd. Dat behelst een stedenbouwkundig concept met nauwe stedelijke straatjes met de namen van Europese stations (Termini, Gare du Nord, King’s Cross), die uiteindelijk uitkomen op dat ruime maar ook besloten stationsplein.

 Voorwaarde voor een geslaagde omgeving is de levendigheid. Traffic met andere woorden. En die is er dank zij het ROC, de Bredero Mavo, een Mercure Hotel, en veel voorzieningen in de plint, van tandartsen, sportclubs tot Turkse eethuisjes.

 Dan de architectuur. De toren Pulse onderscheidt zich van de gemiddelde woontorens met een gevel waar de appartementen als kubussen naar buiten of naar binnen zijn geschoven. Paddington is van een andere orde. Tegenover de zwarte Pulse staat een zandkleurig complex met gepigmenteerd beton. Interessant is de zigzaggende gevel boven de plint die de mogelijkheid schept appartementen naast elkaar te leggen waardoor de bewoners niet bij elkaar naar binnen kunnen kijken. Een langwerpige binnenhof is een garantie om het verkeerslawaai van de metro en de Nieuwe Leeuwarderweg buiten te sluiten. Het volume krijgt zijn monumentaliteit door de gemetselde en de betonnen kolommen, net geen galerij, terwijl de balkons ver genoeg uitsteken om de bewoners bij het plein te betrekken. Paddington is allesbehalve kneuterig.

 Het is altijd riskant om een openbare ruimte te veraangenamen onder een viaduct, want ja, zowel de verhoogde metro als snelweg doorkruisen de omgeving. Toch is het gelukt: er is zowaar een metropolitaine atmosfeer geschapen, die een welkome verheffing voor Noord kan betekenen.

 Dan is er nog de westkant, waar de Elzenhagersingel steeds meer vorm krijgt met eigentijdse herenhuizen die de nieuwe wijk in wording van het verkeerslawaai afschermen. Hoewel met de architectuur niets mis is, is het toch niet onderscheidend genoeg. De hoog oprijzende blokken (zes tot negen etages) hebben loggia’s of inpandige balkons en zijn in een modieus patroon gemetseld: dat wil zeggen een afwisseling van horizontale en verticale bakstenen. Het is het soort architectuur dat verder voorkomt in Houthavens of IJburg en daarmee kenmerkend is voor het Amsterdam van de jaren twintig van deze eeuw. Zeker de uitstraling is robuust en de verhoogde plint geeft hoop op een flexibele commerciële invulling. Maar het had minder voorspelbaar gekund. Goed, dat wordt gecompenseerd door het Centrum Amsterdam Noord rondom het plein. Laat de klinkers voor die ruimte maar snel komen en laat de fontein spuiten. Waar de Noord-Zuidlijn al niet goed voor is geweest. Noord is opgestoomd in de vaart der volkeren.

 

Crossover is aan alle kanten spannend

De kraamkamer van circulair bouwen is Oostenburg