Jaap Huisman is journalist/publicist met als specialisme architectuur, ruimtelijke ordening en design. Hij heeft 30 boeken op zijn naam staan en schrijft momenteel in Het Parool.

ODE is met Booking een aanwinst voor de stad

ODE is klaar. Na bijna 20 jaar is het hoofdpostkantoor aan de oostzijde van Amsterdam Centraal ingewisseld voor een eiland met winkels, appartementen, bibliotheek en meer. De kers op de taart is het hoofdgebouw van Booking dat in oktober wordt ingewijd.

 

 

Op de Architectuurbiennale van 2003 in Venetie was het even schrikken: de artists impression van het toekomstige Oosterdokseiland. Zo massaal, zo massief – onontkoombaar zo leken maquette en foto’s. Amsterdam stond op het punt een schaalsprong te maken. Dat hadden we kunnen verwachten van een megalomaan werkende architect/stedenbouwkundige  als Erick van Egeraat. Van Egeraat, ooit verbonden aan het beroemde bureau Mecanoo, staat bekend om zijn krachtpatsergebouwen. Neem The Rock aan de Amsterdamse Zuidas.

 Nu het hoofdkantoor van Booking.Com klaar is, kan er ook een streep worden getrokken onder het Oosterdokseiland, kortweg ODE. In krap 20 jaar is het voormalige terrein van de post onherkenbaar veranderd in een waterfront met luxueuze appartementen, winkels, de OBA, het conservatorium, het Double Three Hotel, een parkeergarage en dus Booking.

 Na de opening van het Centraal Station was dit eiland in het IJ vanaf 1823 de logische plek voor de nationale postdistributie in een lang, laag gebouw met ronde daken en een toren op de plek waar Booking is neergestreken. Posttreinen reden hiervandaan het hele land door totdat email en autotransport die taak overnamen en het eiland werkeloos en ontmanteld achterbleef. De post verhuisde naar Sloterdijk. Met uitzondering van de toren die een tijdelijk bestaan met een onuitwisbare herinnering leidde, als centrum voor creatieve bedrijven, als provisorisch Stedelijk Museum en vooral als Club 11, een vrijplaats voor dancing and clubbing. De mysterieuze bereikbaarheid met zijn met graffiti beschilderde gangen en wrakke liften was legendarisch. PostCS tot de sloop in 2010 is het volstrekte tegendeel van het zwartglazen vliegdekschip dat er nu voor in de plaats is gekomen.

 De architect daarvan is UNStudio met Ben van Berkel als frontman. Van Berkel is een soort wonderkind in de architectuur die over de hele wereld plastische gebouwen heeft achtergelaten, complexen die de zwaartekracht tartten, torens die zwenken en draaien. Booking past in zijn collectie. Vervaarlijk hangt het gebouw voorover aan de kant van het spoor en dan zijn er ook nog inkepingen en inhammen met hellingbanen aan de zijkant. In een jaar dat Amsterdam niet te klagen heeft over de komst van iconische gebouwen, voegt Booking zich daar bij. Maar liefst 5500 werknemers nemen de komende maanden hun intrek in een kantoor dat zich presenteert als een indoor-campus met allerhande faciliteiten. Voor eten of sport hoeven ze het kantoor niet uit. Het kan niet anders dan het complex visionair en ambitieus te noemen. Spijtig alleen dat op deze prominente plek Booking de scepter zwaait waar de odeur van belastingontwijking nog omheen hangt. Het Amerikaanse bedrijf heeft 1,8 miljard fiscale korting in de coronatijd ontvangen terwijl het tomeloze winsten behaalt. Om maar te zwijgen van de monopoliepositie van de vakantie-reissite.

 Het is niet anders. ODE is af. Wat zich aanvankelijk voordeed als een kade met voor Amsterdam ongekende kolossen, is nu een vanzelfsprekend wijkje. Het oog went. De Oosterdokskade is een spiegeling van de Prins Hendrikkade met dit verschil dat ODE in de zon baadt en de grachtenpanden ertegenover in de schaduw. Het spiegelende glas was een opdracht aan de architecten omdat de façades zo de glinstering van het water zouden overnemen. Die beoogde schaalsprong was achteraf bekeken een juiste visie van Van Egeraat: met kleine complexen kun je aan de binnenhaven niet aankomen. Bovendien nodigde hij voor de kavels architecten uit de eredivisie uit: het Weense bureau dat EYE heeft ontworpen, de Vlaamse grootmeester Jo Crepain, Meyer van Schooten, Jo Coenen voor de OBA en Frits van Dongen (Architecten Cie) voor het Conservatorium.

 Ieder voor zich heeft gebouwen afgeleverd die misschien niet onderscheidend zijn – ego’s zijn opzij gezet – maar als ensemble overtuigen. Daarmee sluiten ze aan bij de traditie en bouwstijl van de Amsterdamse grachtengordel, waar het geheel meer is dan de som der delen. Booking is daarop een uitzondering. De Projectgroep IJ-oevers vond dat op deze plek iets bijzonders, een spektakelstuk moest komen – daarom bleef het kavel lang onbebouwd.

 Eigenlijk zijn er uitsluitend winstpunten te benoemen voor ODE. Functies, architectuur en de openbare ruimte kloppen. Er is met twee pleinen een aangename doorloop geschapen tussen Amsterdam Centraal en het Marineterrein, de volgende stapsteen in de bebouwing van de oostelijke binnenstad. Op zomerse dagen hangen toeristen op de steigers met een schitterend uitzicht over de oude Prins Hendrikkade.

 Een paar minpunten zijn het drijvende Chinese restaurant hoewel je ook kunt verdedigen dat een folkloristische dissonant in dit luxueuze rijtje nodig is. Belangrijker is dat er definitief een wal is opgetrokken tussen de oude stad en het IJ. Tenslotte de naamgeving van de straten: dat W.F. Hermans, Annie Schmidt en Harrie Bannink zijn vereerd met onaanzienlijke tussenstraten kun je niet anders zien als een miskenning van de Nederlandse literatuur. Van de aanvankelijke schrik daarentegen is Amsterdam bekomen.

 

 

Weespersluis: hoe VVD wil je het hebben?

Een buitenbeentje in Buitenveldert