Nederland beleefde een bouwhausse begin jaren negentig. Er trad een nieuwe generatie architecten aan die ook internationaal faam maakte. Rem Koolhaas, Ben van Berkel, Mecanoo, Hans van Heeswijk, Jo Coenen, Meyer en van Schooten, het kon niet op. Het leverde prachtbouwwerken op, die echter in schril contrast stonden met de wat armzalige architectuur uit de jaren tachtig. Sociale woningbouw met trespaplaten en vooral de anonieme dozen langs de snelweg. In Lelijk Gebouwd Nederland worden de vijftig grootste missers op een rij gezet. Ze vallen op door schaamteloos kopiegedrag en door mislukte experimenten. Het boek vergaarde roem omdat nogal wat architecten boos of verontwaardigd waren over hun vermelding in de lijst. Van de vijftig projecten is zeker meer dan de helft afgebroken.