Jaap Huisman is journalist/publicist met als specialisme architectuur, ruimtelijke ordening en design. Hij heeft 30 boeken op zijn naam staan en schrijft momenteel in Het Parool.

Het nieuwe appartementenblok in Fokke Simonszstraat is een regelrechte provocatie

De doodnormale Fokke Simonszstraat in de Weteringbuurt heeft een gezicht gekregen. Plots staat daar een compromisloos blok huurwoningen dat lak heeft aan conventies. De straat knapt ervan op.


Beeld: Maarten Boswijk en Laura van der Bijl

De Fokke Simonszstraat. “Het lelijke eendje onder de straten in onze buurt,” typeert een buurtbewoonster de straat tussen de Vijzelgracht en de Reguliersgracht. Daar is niets te veel mee gezegd. Het is een ratjetoe aan bouwstijlen, een combinatie van schamele sociale woningbouw uit de jaren tachtig met twee scholen die allang geen school meer zijn (maar ver-bouwd tot appartementen), veel lukraak geparkeerde fietsen, gedumpt grofvuil. Trottoirs zijn daardoor zinloze exercities.

Lees je de geschiedenis van de buurt dan is het niet verwonderlijk. In de 17de eeuw was dit het kwartier van de leerlooiers, een van de meest vervuilende en stinkende bedrijfjes. De buurt moet een tijd lang een ronduit smerige plek zijn geweest, waar de stank in de zomer door het looien van dierenhuiden niet te harden was.

DDR uitstraling

In die zin is het goed gekomen met de Simonszstraat, voorheen de Looiersloot. En al helemaal met de recente aanwinst, een woningblok van een kleine 50 meter lang aan de noordkant van de straat. In eerste instantie denk je: ah, de DDR is terug in het stadsbeeld. Een streng grijs betonnen grid, spiegelend glas, het soort anonieme en zakelijke architectuur dat veel voorkwam in het vroegere Oost-Duitsland.

Hier stond een dagopvang voor daklozen, die wel reuring gaven in de buurt, maar ook de balans verstoorden. Nu ze zijn verplaatst naar Noord is er ruimte ontstaan voor negentien huurwoningen waarvan er vier een voordeur aan de straat hebben. Opdrachtgever is de particuliere ontwikkelaar George van der Vlugt (Prosperity) die niet wilde beknibbelen op de kwaliteit van het ontwerp.

Alles is beter dan wat er staat

Het is dan ook een regelrechte provocatie, dit woningblok van Ronald Janssen Architecten. Het is compromisloos en onverbiddelijk, dankzij het geometrische patroon van penanten en inspringende ramen. De frivoliteit en subtiliteit zijn voorbehouden aan de schuin geplaatste en gevouwen ramen, waardoor het licht speels wordt weerkaatst al naar gelang de stand van de zon. De buurtbewoonster uit haar bezorgdheid over de vitrage of gordijnen die de huurders zouden kunnen ophangen. Dat lijkt onnodig vanwege het licht getinte glas. De architect heeft daarvoor een wagen laten overkomen uit België met vier verschillende samples. Hij koos voor een bronskleurige variant.

De vraag met dit soort ingrepen in de oude stad is altijd: moet het aansluiten bij de om­geving of er juist totaal van afwijken? Bij de Fokke Simonsztraat is het antwoord simpel. Elk alternatief ten opzichte van de vorige bebouwing is beter. Dan zijn er twee mogelijkheden: provocatie of omzichtigheid. Maar het moet gezegd, een statement is de beste keus. Een doodnormale straat krijgt ineens een gezicht, knapt er helemaal van op. Het is vooral knap hoe de woningen op de begane grond aansluiten bij het straatniveau. Niet met een bordes maar met een licht verhoogde sokkel. Niet alleen het glas heeft alle aandacht gekregen, ook het beton waarvoor vijftig alternatieven werden onderzocht. Dat heeft een zuurbehandeling ondergaan, waardoor het korrelig lijkt. De architect zou beton niet toepassen als de gevel op het noorden lag, maar de zuidkant kan het hebben.

In het silhouet zou je zomaar een eenentwintigste-eeuwse vertaling van het aloude grachtenhuis kunnen zien, alleen is de top nu niet bekroond met een hals- of trapgevel, maar met twee verhoogde erkers, die de architect ‘tanden’ noemt. En de penanten (de staande delen) beginnen onderin smal en verbreden zich naar boven waardoor de bovenste etages licht naar voren lijken te hellen. De welstand was enthousiast. Natuursteen, bijvoorbeeld, was in deze rommelige straat ongepast geweest.

Gaten opvullen

Ronald Janssen opereert momenteel op verschillende plekken in de binnenstad met als specialisme – zo lijkt het – het opvullen van gaten. Het lijkt verbazingwekkend, maar nog steeds liggen er plekken, soms ter grootte van een postzegel, soms ruimer, die om zorgvuldige architectuur vragen. Daarbij valt te denken aan de Groenmarkt (bij de Europarking), Oostenburg en de Foeliestraat (bij de IJtunnel). Het laatste project staat op het punt om voltooid te worden.

Met de Fokke Simonszstraat geeft Janssen zijn geloofsbrieven af. De kern daarvan luidt: met een compromisloos gebouw bereik je het meeste effect. De straat heeft er recht op.

763-2.jpeg

Hotelketen met moderne formule strijkt neer in Noord

De verbouwing van het Trippenhuis mag een succes worden genoemd