Jaap Huisman is journalist/publicist met als specialisme architectuur, ruimtelijke ordening en design. Hij heeft 30 boeken op zijn naam staan en schrijft momenteel in Het Parool.

De verbouwing van het Trippenhuis mag een succes worden genoemd

Na een jarenlange verbouwing zijn het Trippenhuis en zijn omgeving klaar voor de 21ste eeuw. Eerdere liefdeloze ingrepen zijn teruggedraaid en in de vijf panden kan de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen nu comfortabel werken.

 

1240.jpeg
MatthiasHeiderich-SpektrumZwei01.jpg
“Een verbouwing in deze tijd kan geslaagd genoemd worden als respect voor het verleden samengaat met vanzelfsprekende hedendaagse toevoegingen.”

Het logo van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) met het gestileerde classicistische front van het monumentale Trippenhuis aan de Kloveniersburgwal is niet volledig meer. Kennelijk heeft de KNAW ingezien dat een aanpassing nodig is, want op de visitekaartjes staat nu het hele complex, dat maar liefst vijf panden omvat. In verschillende stijlen en elk met een eigen allure.

Een complex complex, zegt architect Uri Gilad van Office Winhov terecht. Zie maar eens een eenheid te smeden uit dit allegaartje. Het heeft dan ook vijf jaar geduurd om de verbouwing tot een goed einde te brengen. Er werd gesloopt om meer logica in de indeling tot stand te brengen. Vier van de vijf panden hebben nu een eigen ingang, het meest noordelijke voor de fellows − academici uit de hele wereld die hier langdurig verblijven. Het zuidelijke pand is voor medewerkers; het Trippenhuis voor leden van de KNAW en congresgangers.

De Nachtwacht

De gebroeders Trip, wapenhandelaren, gaven rond 1660 de architect Justus Vingboons de opdracht een stadspaleis te bouwen aan de Kloveniersburgwal. Dat ze in wapens handelden, verbeeldde Vingboons met de schoorsteenpijpen in de vorm van affuiten. Het rijk is sinds 1885 eigenaar van het ensemble. Voordat het Rijksmuseum zijn deuren opende, hing De Nachtwacht hier. Nu zijn er nog twee Ferdinand Bols met de eerste bewoners van het huis te bewonderen.

Tussen 2012 en 2014 werd het rijk gedecoreerde hoofdgebouw in oude luister hersteld onder leiding van Hans Vlaardingerbroek. Er kwamen schitterende schilderijen van vogels in de trappenhuizen tevoorschijn. Gilad en restauratie­architect André Hoek beperkten zich tot het beter inpassen van de liftschacht en de toiletten in het pand: in de jaren tachtig was er tamelijk liefdeloos een wc-cabine geplaatst.

De meeste aandacht ging uit naar het minst aantrekkelijke deel van het complex, nummer 27 van Frank Sevenhuijsen, dat rond 1965 naast het Vingboonsmonument werd gewurmd. Van de medewerkers van de KNAW kreeg de grote congreszaal uit 1983 in de tuin de bijnaam ‘het crematorium’.

Die bijnaam kan weg. Grote glazen ramen gevat in brons nodigen uit de tuin binnen te gaan. De muur van de kubusvormige aanbouw in de tuin is overdekt met wingerd en er is een dak van gras. Een naargeestig zaaltje is getransformeerd tot een auditorium waar academici volwaardige presentaties kunnen geven.

763-9.jpeg

Belangrijke stap

Gilad heeft bij de verbouwing het ritme van Vingboons in het Trippenhuis aangehouden, dat wil zeggen een enfilade van vertrekken. Zalen en kamers stonden en staan met elkaar in verbinding zonder de interruptie van gangen of vestibules. Dat levert fraaie doorkijkjes op die we kennen van de schilderijen van Pieter de Hooch. In het tussengebouw uit omstreeks 1980 staan de ontvangstruimte, garderobe, bar, lounge en restaurant met elkaar in verbinding, maar ze kunnen desgewenst ook van elkaar gescheiden worden.

Een verbouwing in deze tijd kan geslaagd genoemd worden als respect voor het verleden samengaat met vanzelfsprekende hedendaagse toevoegingen. In het auditorium blijkt dat uit de negen vierkante vakken in het plafond, die een abstracte voortzetting zijn van de geschilderde panelen in het Trippenhuis.

En wat merkt de Amsterdammer van dit fraaie ensemble? Hij kan er lezingen en minisymposia bijwonen. En zo niet, dan is in elk geval een ruwe façade met een stevige borstwering vervangen door glazen panelen met een bronzen omlijsting, waardoor je nu gewoon kunt binnenkijken bij de Akademie. Daarmee is een belangrijke stap gezet naar openheid en openbaarheid.

Het nieuwe appartementenblok in Fokke Simonszstraat is een regelrechte provocatie

Steeds meer Amsterdammers bouwen hun eigen huis