Jaap Huisman is journalist/publicist met als specialisme architectuur, ruimtelijke ordening en design. Hij heeft 30 boeken op zijn naam staan en schrijft momenteel in Het Parool.

Wild wit in Cruquius

De nieuwste toevoeging aan het oostelijk havengebied verrast door transparantie.

601.jpg
604.jpg
602.jpg

Zonnebadende bewoners op hun balkon: daar zijn zeker twee voorwaarden voor nodig. Een oktober die doet alsof het augustus is, en een balkon waar je het ligbed onbekommerd kunt uitklappen. Het zijn jaloers makende terrassen en balkons in de nieuwste appartementen op Cruquius, waarvan de bouw twee jaar geleden begon. Het contrast tussen de huidige stralend witte stadsvilla’s en de vroegere morsige bebouwing (keten, loodsen) kan niet groter zijn. Een uithoek in de stad waar je vroeger alleen kwam om je bouwafval, inclusief asbestplaten, te storten, begint langzamerhand te veranderen in een parel die na al die jaren tot glanzen is gebracht. Hoogglans mag je zelfs zeggen.

“Het contrast tussen de huidige stralend witte stadsvilla’s en de vroegere morsige bebouwing kan niet groter zijn.”

Er is nog een contrast. Wie de luchtfoto bekijkt van het Oostelijk Havengebied, ziet overwegend in baksteen gehulde laagbouw die onderbroken wordt door enkele monolieten. Cruquius breekt met die in zichzelf gekeerde woningen, met hun wat sombere steen en stelt er een wit geglazuurde steen tegenover en glas, veel glas. Er is een sprong gemaakt van introvert naar extravert, van een Hollandse bescheidenheid (‘doe maar gewoon’), naar een internationale elegantie. Die manifesteert zich in de balkons en terrassen die verspringen en inspringen, uitsteken en naar binnen buigen, door scheve kolommen die dwars door die balkons heensteken.

Dit is de beeldtaal van Rijk Rietveld (het NewYorkse bureau Rietveld Architects) die een nieuw idioom voor de stadsvilla heeft bedacht en ja dat mag best sprankelend genoemd worden. Ernaast staan de wat eenvoudigere appartementsblokken van Geurst & Schulze in een beige kleur, strakker van vorm maar ze dragen in combinatie met de blokken van Rietveld bij aan een mooi ritme op de kade. Buro Lubbers richtte de openbare ruimte in met plantenbakken van cortens staal en stoere houten banken op de kade, om de geest van de oude haven vast te houden.

Het hoofd stedenbouw in Kopenhagen, die diverse werkbezoeken aan Amsterdam heeft gebracht, merkte eens op dat de opgave in Amsterdam en de Deense hoofdstad vergelijkbaar is: het herinrichten van de grote, oude havenbekkens. Alleen vond ze het resultaat in Kopenhagen overtuigender door zijn zorgvuldigheid. In Amsterdam was er naar haar mening te haastig gebouwd - alsof de maaltijd in een noodtempo verorberd moest worden. Dat geldt misschien niet voor het Java- en KNSM-eiland, maar Borneo Spoorenburg hadden best wat robuuster aangepakt mogen worden. En niet alles wordt fraai oud, zoals de woontoren bij het winkelcentrum Brazilie en de monoliet op het Fortuynplein.

In de stedenbouwkundige concurrentie met Kopenhagen, Malmo of Hamburg leek Amsterdam achter te blijven. In Cruquius wordt dat goedgemaakt. Voorshands, want er komt nog veel bij. Het stukje land tussen het Lozingskanaal en de Entrepothaven profiteert bovendien van enkele relicten uit het verleden, zoals het kantoortje Insulinde dat nu is veranderd in een brouwhuis, en de Sigmafabriek uit de jaren vijftig die ruimte biedt aan allerlei prachtige initiatieven. De Cruquiuswerf in de kromming van het schiereiland ligt nu braak, in afwachting van stevige woonblokken. De toekomstige bewoners hebben uitzicht op een gemaaltje en de uitloop van het Amsterdam-Rijnkanaal. Niet verkeerd.

Het voorlopig hoogtepunt is het hoofdkantoor van Amvest - tevens de ontwikkelaar van heel Cruquius - dat leunend op twee schuine kolommen uit de Zeeburgerkade de Entrepothaven insteekt. Alsof Rijk Rietveld de verbindingsbrug tussen een scheepsterminal en een cruiseschip heeft willen verbeelden. Een gestolde slurf met andere woorden.

Ook het interieur refereert aan dat van cruiseschepen. De plecht wordt nagebootst met een schuine glazen wand waar je over het water kunt turen. Het trappenhuis bestaat uit een cascade van kruislings geplaatste treden, een fotogenieke setting voor modereportages. ‘Ik betrap me erop dat ik slordig kijk, dat ik vaak moet teruggaan om nog eens goed te kijken’, zo probeert Rijk Rietveld zijn ontwerp te verdiepen.

Hoe deze verfijnde waarneming in de praktijk werkt, blijkt bij zijn L-vormige stadsvilla naast het Amvest-hoofdkantoor. Telkens vallen andere accenten op, verrast de verspringende vorm van de dakterrassen en de doorlopende daklijst. Je kunt hooguit een bezwaar hebben tegen deze architectuur: de bewoners zullen regelmatig een zonnebril nodig hebben.

Krakersverleden van de Tabakspanden volledig weggepoetst

Nieuw kantoor Goede Doelen Loterijen: inderdaad een droomproject