In het voormalige Telegraaf-gebouw aan de Nieuwezijds Voorburgwal is de Pershal ingericht als werkruimte voor 180 personeelsleden. Retail mocht niet, horeca evenmin dus is de drukkerij van vroeger omgetoverd tot een imposant kantoor met marmer en kopshout.
Het is moeilijk niet onder de indruk te raken van de Pershal. De hoogte van de zaal van bijna 9 meter, de afmetingen (vijftig bij vijftig) of de dikte van de betonnen kolommen – zeker een bij een meter. Dergelijke ruimtes zijn in het kleinschalige Amsterdam betrekkelijk zeldzaam. Dat wordt versterkt door een al even zeldzame zwarte marmersoort op de vloer en wanden van de entree: Port Laurent is de naam dat zich kenmerkt door een stoere witte ader. Die komt oorspronkelijk uit een groeve in Marokko alleen hadden die platen niet de gewenste grootte en week de kleur inmiddels af. In het Italiaanse Carrara werd een blok gevonden dat al 30 jaar lag te wachten op een gebruiker, dat zich in lekker grote plakken liet snijden. Waarmee de wanden van de entree een monumentale allure hebben gekregen, in de geest van de architectuur van J.F. Staal uit 1930 en zijn co-architect G. J. Langhout.
Architect Frederik Vermeesch (bureau Rijnboutt) durft te bekennen dat die speurtocht naar het juiste soort en formaat marmer de grootste opgave was bij de verbouwing van de Pershal. Een ambachtelijk zijpad in het vak van architect dat in dit geval een hoofdweg werd.
In deze kolossale ruimte stonden tot 1974 de persen van de Telegraaf totdat de krant verhuisde naar Sloterdijk. Daarna betrok de Kasbank het statige pand aan de Nieuwezijds met de toren die als een naald uit het volume steekt. Staal, die ook verantwoordelijk is voor de Wolkenkrabber, ontwierp het gebouw voor diverse kranten. Het huisvestte behalve de Telegraaf Trouw, de Volkskrant, het Parool en het Nieuws van de Dag totdat ze allemaal hun eigen gebouw kregen. De Nieuwezijds was tot eind jaren zestig de Fleetstreet van Amsterdam, alle dagbladen waren er geconcentreerd. In de 19e eeuw, toen de Voorburgwal nog een gracht was, zat de redactie van de Telegraaf aan de westkant en de drukkerij aan de overkant. Met een pontje moest het zetsel worden overgebracht.
Wat in de 19e eeuw nog een allegaartje aan bescheiden pandjes aan weerszijden van de gracht vormde, veranderde door de schepping van Staal. De Nieuwezijds, inmiddels gedempt, ging de hoogte in. De Telegraaf kent vijf etages, is diep en breed, loopt bijna door tot aan de Kalverstraat.
De laatste jaren is het rijksmonument ingrijpend verbouwd in opdracht van de Kroonenberg Groep onder leiding van Vermeesch. Op de bovengelegen etages werken de computernerds van Guerilla aan games. Guerilla heeft aan de rechterkant een eigen ingang met een ingenieuze ronde lift in het hart van het trappenhuis. Bovenin baden de werkruimtes in het daglicht dankzij een lichtstraat. Het uitzicht op de daken en de winkels van de Kalverstraat moet het werk achter de beeldschermen verlichten.
Toen die verbouwing achter de rug was kon de aannemer aan de slag in de Pershal. Die valt in vier ruimtes uiteen, de hal zelf, de entree aan de linkerkant, de werkvloer achterin die weer toegang geeft tot de wintertuin, met een glazen overkapping. De plattegrond is grillig waardoor er vanuit verschillende hoeken onverwachte doorkijkjes zijn.
Er is niet op een cent gekeken. Behalve de unieke marmersoort is de vloer bekleed met kops eiken dat stemmig diepbruin is gebeitst. De betonnen kolommen, bijna archeologische artefacten, worden met blauwe schijnwerpers aangelicht. De kenmerkende glazen bouwstenen in de gevel zijn gerestaureerd en wel zo dat de koudebruggen zijn verdwenen. De Pershal is een zeldzaam rijksmonument dat aan BREAAM voldoet, het hoogste certificaat op het gebied van duurzaamheid, ecologie, welzijn en waterbesparing.
Om de structuur van de betonnen kolommen te bewaren heeft de architect er een stalen entresol tussen gehangen met loopbruggen, bordessen en kubussen voor vergaderingen. De gedempte grijszwarte kleuren en de wandbespanning met staal en vilt staan garant door een aangename akoestiek. Na 1 maart moeten hier 180 medewerkers neerstrijken. De Pershal is een kantoor, anders kon niet gezien de bestemming. Kroonenberg heeft nog gedacht over retail waarmee een winkel van de Kalverstraat zou worden doorgetrokken naar de Nieuwezijds, totdat corona en de crisis in het winkelen daar een stokje voor staken.
Eigenlijk is het jammer dat zo’n monumentale hal alleen genietbaar zal zijn voor 180 werknemers. Die pijn wordt verzacht door het feit dat het industriële karakter van de Pershal bewaard is gebleven: het is deftig en stoer tegelijk. Dat huwelijk is ook in Amsterdam behoorlijk zeldzaam.