Jaap Huisman is journalist/publicist met als specialisme architectuur, ruimtelijke ordening en design. Hij heeft 30 boeken op zijn naam staan en schrijft momenteel in Het Parool.

Ruw beton, Hotel V blinkt er in uit

Hotel V Oosterpark blinkt uit door de toepassing van moderne archeologie. Het betonnen skelet van het vroegere Tropenhotel is liefdevol opgenomen in het nieuwe interieur. Het oude hotel werd gestript en weer helemaal opnieuw aangekleed. En weer heeft het Oosterpark een hotel bij.

 

Uitkleden en vervolgens weer aankleden: zo is architect Wiel Arets te werk gegaan bij de transformatie van NH Tropen naar Hotel V Oosterpark aan de rand van het park. Op een animatie op de site van Arets is goed te zien hoe de weerbarstige gevel van grintbeton en glas gestript werd en vervolgens herboren werd met een glazen vliesgevel. Het resultaat is verbluffend. Wat eerst een wat dooige toren naast het KIT was – oorspronkelijk bedoeld om onder meer ontwikkelingswerkers te huisvesten – is nu een glanzend, naadloos gebouw. Glas zeker, maar niet met de bedoeling binnen te kijken.

 Eind augustus overleed de schepper van het hotel, architect Tjeerd Dijkstra, die in Amsterdam niet bijster productief is geweest met gebouwen. Dat uitgerekend die toren er aan moest geloven, zou je een wrede speling van het lot kunnen noemen. Had hij nog geleefd dan had hij elke aanpassing verboden, zo rigide was de latere rijksbouwmeester wel.

 Toch zou hij tevreden kunnen zijn over de metamorfose door Arets. Om te beginnen is Arets geen kleine jongen: hij won de BNA-prijs Gebouw van het Jaar met het Van der Valk-hotel op de Zuidas. Wat hij geleverd heeft met de IJ-hal aan de noordkant van het Centraal Station is ronduit sensationeel: een lichte hal met een spiegelend plafond, uitzicht over het IJ onderbroken door winkeltjes, kortom een passage waar het aangenaam toeven is.

 Dat kunststukje heeft hij herhaald in Hotel V Oosterpark. Het is de vierde vestiging van een Hotel V in Amsterdam. Wat ze met elkaar gemeen hebben is de warme sfeer, ruimtelijk maar tegelijk intiem. Het enorme restaurant met plaats voor 100 couverts kent besloten zitjes, afgewisseld met tafels en stoelen in een Scandinavische stijl. Wanden met planten, de zo modieuze verticale tuin, dempen de akoestiek en anders doen de speciaal ontworpen tapijten dat wel. Een houten Japans-achtig scherm tussen lobby en zaal.  Wat van het vroegere hotel is overgebleven zijn de oversized betonnen lamellen onder het plafond met glas daartussen. Aan de kant van het park vallen de diepe betonnen nissen op, een eigentijds cassetteplafond. Dat brute materiaalgebruik contrasteert met het uitzicht op het park: dit is al het derde hotel in de omgeving dat het Oosterpark volop de gelegenheid geeft te shinen.

 Het ruwe beton met stukjes grint erin vormt de decoratie bij de liften maar ook in de hotelkamers. Sommige gasten zullen klagen dat het lijkt alsof het hotel nog niet klaar is, terwijl de rauwheid inclusief de uitsparingen voor de stopcontacten, juist zo mooi afsteekt bij het strakke meubilair. Een verblijf dat in teken staat van moderne archeologie. De inrichting van de kamers is ook al niet standaard: wordt de natte ruimte gewoonlijk links of rechts van de entree geplaatst, hier prijkt de inloopdouche aan de buitenkant. De balkons van vroeger zijn opgeheven en bij de kamer getrokken. Daardoor kon een strakke glazen gevel om het hotel worden gespannen.

 In minder dan een jaar hebben drie nieuwe hotels hun deuren geopend in de binnenstad van Amsterdam. De Diamond Boutique Hotel aan het Kleine Gartmanplantsoen, Rosewood aan de Prinsengracht en dus Hotel V  aan het Oosterpark. Meer zullen er gezien de gemeentelijke hotelstop vermoedelijk niet volgen. Dus is de refurbishment van oudere gebouwen de oplossing – dat gebeurt momenteel met het Renaissancehotel dan de beste? Is Diamond schreeuwerig, en Rosewood een uitdragerij van kunst en meubels, dan is Hotel V ingetogen en subtiel. Je zou zowaar van ruw beton gaan houden.

 

Een arcade op de Kostverlorenkade