Na jaren van discussie en bouwvoorbereiding is The Diamond Boutique Hotel klaar, gelegen op de hoek van het Kleine Gartmanplantsoen en het Leidseplein. Als een gebouw de tongen losmaakt is dit witte complex het wel, door tegenstanders een gedrocht genoemd, door voorstanders een moderne verrijking van de rommelige omgeving.
Welke moderne stralend witte gebouwen kent de historische binnenstad van Amsterdam eigenlijk? Modern, dat wil zeggen gebouwd in de afgelopen vijftig jaar. Uit de losse pols: twee. De opera – door sommigen nog steeds hardnekkig Stopera genoemd – en de letterenfaculteit aan het Singel. Beiden konden na voltooiing rekenen op hoon.
Er komt nu een derde wit exemplaar bij, het Diamond Boutique Hotel op de hoek van het Kleine Gartmanplantsoen en het Leidseplein. Geen pand dat de tongen zo heeft losgemaakt als deze schepping van MVSA (Roberto Meyer) en de zakenman Won Yip (de opdrachtgever). Het regende verhitte discussies voordat het gereed was. Er werd een heuse competitie uitgeschreven, dat alternatieven moest verzamelen. De winnaar was een Amerikaanse studente die nog nooit een voet in Amsterdam had gezet en een hoekpand voorstelde dat met gemak in Disneyland had kunnen staan. We mogen god op zijn blote knietjes danken dat het zo’n prul niet is geworden.
Won Yip probeerde de gemoederen te sussen door te zeggen dat de critici geduld moesten bewaren. Wacht maar op het eindresultaat. Deze maand valt dat te beoordelen nu The Diamond geleidelijk opengaat.
Het ontwerp voor The Diamond vormde al zeker negen jaar een zweer op de burelen van de Commissie voor Welstand en Monumenten. De onderhandelingen over het plan begonnen al in 2007. Het moest een ambitieus gebouw worden op deze strategische plek en de commissie stelde daarom hoge eisen, De mode van toen is een andere dan die van nu – en dat de commissie te langen leste overstag ging was dat de omgeving bij Leidseplein toch al een allegaartje aan stijlen is. Daar kon of mocht wel wat moderns bij. Of dat oordeel nu ook positief zou zijn uitgevallen? Uit betrouwbare bron: nee. Het contrast met de omgeving is te groot. Want ja, wit.
Wat er stond was weliswaar honderd jaar oud maar had geen bijzondere waarde. Iedereen kende het als de Heinekenhoek, dankzij het etablissement op de begane grond en twee klinkende bierglazen als reclame op het dak. Daarvoor stond er een reclame van de grootgrutter De Gruyter te pronken. Ach, die glazen. Mooi was het niet en het café mocht ook geen naam hebben, maar markant was het wel, als een schaamteloos commercieel baken op het Leidseplein.
Dat dit geen eeuwigheidswaarde zou hebben was de afgelopen decennia wel duidelijk. Het Amsterdam van na 2000 is wars van kneuterigheid en onbeholpen architectuur. Om daar mee te breken is de naam van Roberto Meyer een voor de hand liggende keus. De van oorsprong Uruguyaanse society-architect is in staat een zekere internationale dan wel kosmopolitische stijl te produceren, iets dat misschien op die hoek zou passen.
In onvoltooide staat was de kritiek niet van de lucht; zo wit, zo lomp. Zo’n belediging hadden het tegenover gelegen Hirschgebouw (Apple Store), de Stadsschouwburg en de City-bioscoop ernaast niet verdiend. En toen werden er ook nog eens kabels voor de gevel gespannen. Die blijken nodig ter bevestiging van een voile met helder glazen panelen die schuin ten opzichte van elkaar gepositioneerd zijn. Ja, de diamant moet op enigerlei wijze tot leven worden gewekt. Bij zonneschijn is het effect, dat moet gezegd, behoorlijk overtuigend, maar hoe vaak scheen de zon in dit natste voorjaar ever?
De techniek van het weerkaatsen is een lastige: niet voor niets zijn de spiegelende blauwe vliesgevels uit het straatbeeld verdwenen. Die weerkaatsen hooguit de voorbijgangers en geven niks blijk van het interieur. Bij The Diamond is het de vraag hoe de hotelgast tegen die bespanning aankijkt, los van de vraag of dit niet het nieuwe eldorado voor duiven wordt.
Bij de presentatie van het artist’s impression vielen twee aspecten op aan het boutique hotel: de forse hellende mansardekap en de betrekkelijk lage plint waar zich een brasserie gaat vestigen. Nu de hoek klaar is kun je constateren dat het volume foute proporties heeft: een te laag onderstuk die wordt afgedekt met een luifel en een lompe opbouw. Dat de gevel doorloopt in de kap bezorgt The Diamond dat grove uiterlijk, daar helpt geen beplating van wit aluminium aan. Er is een kans gemist om op de hoek een royale brasserie te creëren (zeg Parijs). Dat dat niet is gebeurd komt ongetwijfeld door de voorzieningen die in deze bouwenvelop moesten worden geperst.
Dat een witte gevelbekleding in Amsterdam spaarzaam voorkomt, is niet zonder reden. Anders dan in mediterrane landen hoeft of moet de zon hier niet geweerd worden en dan is er nog de aanslag van het klimaat (regen en wind) op de gevel. Als daar ook nog glas voor wordt gespannen, rijst de vraag hoe lang The Diamond blijft schitteren. Diamonds are a girl best friend, is de vaak aangehaalde muziekstrofe, Geldt dat ook voor een stad als Amsterdam? Zeker, maar alleen bij de diamantslijperijen waar het daglicht niet mag doordringen.