Jaap Huisman is journalist/publicist met als specialisme architectuur, ruimtelijke ordening en design. Hij heeft 30 boeken op zijn naam staan en schrijft momenteel in Het Parool.

Bijlmerbajes herleeft als woonblokken

Met The Jay en The Robin geeft het Bajeskwartier zijn eerste geloofsbrieven af, althans in het Amstel Cluster.  De architectuur is streng en strak want ze grijpt terug op de zakelijke signatuur van de oude bajes. Wonen in een gevangenisachtige omgeving, dat zal wennen zijn.

 

Wie wat bewaart heeft wat. De grootste verrassing van de nieuwbouw in het Bajeskwartier is dat de betonnen panelen van de oude gevangenistorens zijn hergebruikt. Ze bedekken met raampjes en al het trottoir, ze sieren de balustrades op de bruggen over de singel en zelfs de borders voor de planten zijn ermee bekleed. Op een opslagplaats in Noord liggen stapels van die platen te wachten op een tweede leven in de wijk in wording. De vroegere betonnen schutting rondom het terrein is omgeklapt en vormt de plint van een blok sociale woningbouw (architect Kempe Thill), waardoor het bordje Verboden te Vissen op een hilarische manier aan de straatkant is terechtgekomen.

 In rap tempo wordt het voormalige bajesterrein vol gezet met torens waarvan de eerste twee klaar of bijna klaar zijn in het Amstel Cluster. Het zullen uiteindelijk vier clusters met een eigen identiteit worden. En dat is verrassing nummer twee: ze verwijzen naar de torens waar tot 2016 gevangenen in zaten. The Jay van OMA (geleid voor David Gianotten tegenwoordig) lijkt zelfs een parodie op de aloude bajestoren: het is een replica van toren nummer zeven die nimmer is verwezenlijkt. Alleen zonder tralies natuurlijk hoewel er binnen in de studio’s – koopprijs 7000 tot 8000 euro per vierkante meter – een subtiel hekwerkje voor het raam is bevestigd met een brede vensterbank waarop de bewoner over de vrije wereld kan uitkijken.

 In anderhalf jaar tijd is The Jay in een Belgische hal geprefabriceerd en in Amsterdam vervolgens geassembleerd. Dat mag een record genoemd worden. Anders dan de oorspronkelijke buitenmuren zijn de nieuwe wanden licht crème gepigmenteerd met de garantie dat vochtstrepen ze niet zullen ontsieren.

 Het is onverbiddelijke en misschien zelfs onbarmhartige architectuur, die The Jay uitstraalt. De gangen tussen de studio’s zijn net zo strak en rationeel als die van vroeger en ook de studio’s van pakweg 40 vierkante meter missen elke romantiek. Desondanks zijn ze allemaal verkocht aan starters.

Die strengheid was en is de kern van het stedenbouwkundig ontwerp van OMA. Van de zes torens is er een gespaard, de voormalige vrouwenafdeling: die leeft verder als groene toren. Want groen zal het Bajeskwartier worden. Tussen de gebouwen in heeft Lola Landschapsarchitecten een parkachtig terrein ingericht met vijvers voor de retentie van regenwater. Op sommige torens, zoals The Robin liggen terrassen klaar voor gebruik. Pas in 2026 kunnen we het resultaat bewonderen.

 Dan The Robin. Ontworpen door Barcode Architecten die in Amsterdam en daarbuiten naam hebben gemaakt met het Sluishuis op Ijburg. De gevel is een buiteling van kubusvormige balkonnetjes met een glazen balustrade waar je enige vrees moet overwinnen om er op te staan. Grafisch is deze cascade een juweeltje maar de vraag dringt zich op hoe en wanneer de bewoners er op gaan zitten. Dat is een algemeen probleem: het bouwbesluit schrijft voor dat voor woningen boven de 50 vierkante meter een buitenruimte verplicht is. Begrijpelijk. De praktijk wijst uit dat het merendeel van de balkons benepen is of wordt ontsierd door rietmatten. Weg is het esthetisch effect.

 Ook The Robin grijpt terug op het silhouet van de Bijlmerbajes maar is aangedikt met een goudkleurige vleugel (geanodiseerd aluminium). Die vleugel die industrieel aandoet, geeft de mogelijkheid tot een imposant atrium over 4 verdiepingen. Een rode wenteltrap en de willekeurig geplaatste vensters maken het tot een fotogenieke ruimte, een plek waar je filmopnamen en modeshows kunt verwachten.

 Dat architecten van naam zich hebben verbonden aan het Bajeskwartier houdt een belofte in voor het eindresultaat. Behalve OMA, Barcode en Kempe Thill zijn dat Fabrications, Civic, Arons en Gelauff (Pontsteiger) en Venhoeven CS (Olympisch zwembad) dat de bruggen heeft ontworpen. De welstandscommissie heeft er streng op toegekeken dat de diagonalen in het plan terugkeerden in de situering van de torens. Daardoor moet er een eenheid groeien tussen het Amstelkwartier aan de westkant van het spoor en het Bajeskwartier.

 Het programma is ambitieus. Wonen in alle soorten en maten, bedrijven en een kinderopvang in de plint en vooral zo min mogelijk autoverkeer op het binnenterrein. Het is een streng en zakelijk regime net zoals de architectuur. Dat botst dan met de namen van de torens. The Jay, The Robin, The Ruby, de vogels die vernoemd zijn, hinten op de onvrijheid die hier sinds 1979 geheerst heeft. En de straatnamen grijpen terug op de geschiedenis daarvoor: dit was een polder met boerderijen en een landgoed. Een andere straatnaam: het Peter R. de Vriespad: ook het recente verleden moet gehonoreerd worden. Het pad loopt langs het spoortalud.

 Nee, romantisch of anekdotisch zal het Bajeskwartier niet worden. Het is in dat opzicht een statement: een wijk die zich afzet tegen nostalgie die elders in de stad voorkomt – zie Houthavens of Cruquius. Ook daarmee wordt er een nieuw hoofdstuk aan Amsterdam toegevoegd. New retro, dat is misschien nog de beste definiëring.

 

 

 

Het kan: een bescheiden toren op de Zuidas

De eerste toren van de Sluisbuurt staat!