Weespersluis is de zeer gewilde nieuwbouwwijk van Weesp, tegenwoordig deel van Amsterdam. Waar kun je zo ruim en groen wonen op 15 minuten treinafstand? Er wordt wel een polder voor opgeofferd. Wat krijgen we er voor terug?
De automobilist die de A2 neemt tussen Diemen en Muiden, kan nog even genieten van het weidse uitzicht over de Bloemendalerpolder. Want binnen afzienbare tijd is die vrijwel helemaal volgebouwd, een voorspelling die oud-gedeputeerde van Noord-Holland, Friso de Zeeuw, tien jaar geleden had gedaan. En weg is een klassiek polderlandschap met sloten en rietkragen. En koeien. Goed om de CO2-uitstoot te beteugelen. Elk nadeel heeft ook weer zijn voordeel.
Waterrijk, Lanenrijk en Vechtrijk, in deze segmenten is de Bloemdalerpolder verdeeld, nu omgedoopt tot Weespersluis. In het gebied omklemd door de A2, het Amsterdam-Rijnkanaal en de Vecht bouwt een consortium maar liefst 3000 woningen. Omdat Weesp sinds dit jaar deel in van de gemeente Amsterdam is het een aanlokkelijke uitwijkmogelijkheid voor gezinnen en de middeninkomens. De woningen zijn namelijk riant – voor bijna een miljoen euro ben je de eigenaar van een twee-onder-een-kapper van 200 vierkante meter. Dat sommige woningen op papier met winst zijn doorverkocht, hoeft niet te verbazen.
Vergeet IJburg, vergeet de blokken langs de Piet Heinkade, en andere zakelijke nieuwbouw in Amsterdam. Weespersluis is ongegeneerd nostalgisch en romantisch. Terug naar de 19e eeuw heeft het stedenbouwkundig bureau Mulleners en Mulleners verordonneerd, met hun beeldregieprogramma. Het is een knipoog naar de architectuur in de stadjes aan de Vecht en in het Gooi. Mulleners tekent wat de (behoudende) consument blieft. In het Amersfoortse Vathorst bijvoorbeeld zijn dat rijtjeshuizen in een gevlekte steen met schuine kappen, luiken voor de ramen, symmetrische plattegronden, kortom woningen die logisch aanvoelen. Geen geëxperimenteer. Met witte keim geverfde gevels zijn ook een geliefde uitmonstering.
De landschapsarchitectuur speelt een hoofdrol in Weespersluis. Atelier Dutch heeft de verschillende sferen aangegeven, VlugPartners is verantwoordelijk voor de parken terwijl Witteveen+Bos het natuurcompensatiegebied ’t Breedland heeft uitgewerkt. Het is de eredivisie die zich hier heeft uitgeleefd op singels, vijvers en het Gouw, de centrale plas in de wijk.
Dat is het groene aandeel. Waar bestaat de bouwdoos van Weespersluis uit? Langs de singels en rond de hofjes zien we serres en veranda’s, mansardekappen, houten nokschermen bekend uit de chalet-stijl, siermetselwerk en -banden, torentjes en portieken. Aan de kant van de Vecht vinden we verder riet gedekte kappen. Schoorstenen? Warempel, die zijn niet vergeten. Dat de eerste bewoners het verandaprincipe helemaal hebben omarmd blijkt uit de rotan banken en schommelstoelen die zijn uitgestald.
De auto is zoveel mogelijk van de straat verdrongen en verbannen naar binnenterreinen, die omlijst wordt door tuinschuurtjes. Alsof Weespersluis er al sinds 1880 staat. Zelfs de brugleuningen zijn in stijl aangekleed, met hun gedecoreerde opengewerkte metalen afscheidingen.
Lanenrijk, dat het dichtst bij het spoor ligt, is vrijwel klaar. Er wordt nu gewerkt aan een van de vele parken die de polder moeten doen vergeten. In de wijken Waterrijk en Vechtrijk pakken de architecten uit met twee-onder-een-kappers en vrijstaande huizen met een steiger aan het water. De bedoeling is dat de bewoners met hun eigen bootje via enkele haventjes en sluizen de Vecht op kunnen varen. Dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan. De bouw van de schutsluis is vertraagd omdat er onenigheid bestaat tussen het waterschap en de gemeente over het vaarwegbeheer (het onderhoud van de vaarwegen) en het nautisch beheer. Daaronder valt de bediening van de sluis. Het kan nog wel twee jaar duren voordat daar duidelijkheid over komt.
De sloepen kunnen voorlopig nog niet veel kanten uit. Wat de architectuur betreft, daar staat zorgvuldigheid en het oog voor detail hoog in het vaandel. Hier is ouderwets ambachtelijk gemetseld en gevoegd. Al een tijd lang is de Nederlandse architectuur in de ban van het traditionalisme. Zie Holland Park in Diemen, zie Houthavens. Het oudste deel van Weespersluis, 15 jaar geleden gebouwd langs het spoor, doet op slag gedateerd aan terwijl het toch nette nieuwbouw is.
Oud is in, modern(istisch) is zo 20e eeuws. Wie daarover moppert is een kniesoor. Weespersluis past in de tijdgeest. Eenheid binnen diversiteit, dat motto moet monotonie de kop indrukken. Wie rondloopt, kan vaststellen dat dat streven geforceerd aandoet omdat je een bepaald typologie ziet terugkeren. Binnenkort wordt begonnen met de bouw van het centrum, gelegen aan een binnenhaven. Zo’n centrum met winkels en cafés lijkt meer dan welkom, want als er een gebrek is, is dat aan een buurtgevoel, aan iets van een gemeenschap dat het lenen van de bladzuiger overstijgt.
Dat is het euvel van vele nieuwbouwwijken waar het individualisme overheerst. Dan maakt het niet uit of het architectonisch sausje traditioneel of vooruitstrevend is.